superplie
- su·per·plie
- van middeleeuws Latijn superpellicium, in de betekenis van ‘koorhemd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | superplie | superplies |
verkleinwoord | - | - |
het superplie o
- (religie) (kleding) liturgisch gewaad van de Katholieke Kerk bestaande uit een wijd, wit linnen hemd, dat reikt tot aan de knieën en dat wordt gedragen over de toog
-
Een superplie.
- Het woord superplie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "superplie" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ superplie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "superplie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be