suikerklontje
- sui·ker·klont·je
- samenstelling van suiker en klontje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | suikerklontje | suikerklontjes |
het suikerklontje o dim. tant.
- blokvormig stukje kristalsuiker
- De zoetekouw deed vijf suikerklontjes in zijn kopje koffie.
1. een blokvormig stukje suiker
het suikerklontje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord suikerklont
- Het woord suikerklontje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suikerklontje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be