1. blokvormig stukje kristalsuiker
  • sui·ker·klont·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord suikerklontje suikerklontjes

het suikerklontjeo dim. tant.

  1. blokvormig stukje kristalsuiker
    • De zoetekouw deed vijf suikerklontjes in zijn kopje koffie. 

het suikerklontjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord suikerklont
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be