suffig
- suf·fig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | suffig | suffiger | suffigst |
verbogen | suffige | suffigere | suffigste |
partitief | suffigs | suffigers | - |
suffig
- niet helemaal helder
- niet heel actief
- De sullige jongen was niet populair bij de meisjes en hij deed er ook zijn best voor om het te worden.
- Het woord suffig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suffig" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be