struikrover
- Geluid: struikrover (hulp, bestand)
- struik·ro·ver
- samenstelling van struik en rover
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | struikrover | struikrovers |
verkleinwoord | struikrovertje | struikrovertjes |
de struikrover m
- (beroep) iemand die vanuit een hinderlaag reizigers berooft
- Veel edelen in de vroege middeleeuwen waren niet veel meer dan gemene struikrovers.
1. iemand die vanuit een hinderlaag reizigers berooft
- Het woord struikrover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "struikrover" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be