Nederlands

 
stromend water
Uitspraak
Woordafbreking
  • stro·mend

Werkwoord

vervoeging van: stromen
verbogen vorm: stromende

stromend

  1. onvoltooid deelwoord van stromen
stellend
onverbogen stromend
verbogen stromende
partitief stromends

Bijvoeglijk naamwoord

stromend

  1. van water: voortbewegend, vallend
    • Zo werd vanochtend, in de stromende regen, een feesttent opgebouwd waar supporters na afloop een eventuele promotie kunnen vieren. [1] 
    • Een aantal mensen werd levend uit de sterk stromende en druk bevaren rivier gehaald. [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen