stovegris
- sto·ve·gris
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stovegris | stovegrisen | stovegrisar stovegriser |
stovegrisane stovegrisene |
stovegris m
- (veeteelt), (historisch) varken, dat in de woonkamer gehouden werd
- (figuurlijk), (pejoratief) iemand die altijd thuis zit
- huismuis (mannelijke en vrouwelijke vorm)
- thuisblijver (mannelijke vorm)
- thuisblijfster (vrouwelijke vorm)
- [1-2]: stuegris
- [1-2]: sofagris