• sto·ve·gris
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden stove en gris
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stovegris     stovegrisen     stovegrisar
stovegriser  
  stovegrisane
stovegrisene  

stovegris m

  1. (veeteelt), (historisch) varken, dat in de woonkamer gehouden werd
  2. (figuurlijk), (pejoratief) iemand die altijd thuis zit
    1. huismuis (mannelijke en vrouwelijke vorm)
    2. thuisblijver (mannelijke vorm)
    3. thuisblijfster (vrouwelijke vorm)