stoots

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stoots    (hulp, bestand)
• IPA: / stots / (1 lettergreep)
  • (Noord-Nederland): /stots/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /stots/

Woordafbreking

• stoots

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van stoten met het achtervoegsel -s.

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	stoots	stootser	stootst
verbogen	stootse	stootsere	stootste
partitief	stoots	stootsers	-

Bijvoeglijk naamwoord

stoots

1. (palindroom) (verouderd) geneigd tot stoten

   • Stootse stieren kunnen gevaarlijk zijn. 

Synoniemen

• stotig

Afgeleide begrippen

• stootsheid

Gangbaarheid

• Het woord stoots staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoots" herkend door:

42 %	van de Nederlanders;
30 %	van de Vlamingen.