Nederlands

 
Graphopsocus cruciatus
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • stof·lui·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stofluizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stofluizenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stofluis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) orde Psocoptera  , een oude en primitieve groep die stamt uit het Perm, zo'n 295 tot 248 miljoen jaar geleden en niet nauw verwant is aan andere 'luizen' zoals de bijtende luizen (of vachtluizen), zuigende luizen (schaamluis, hoofdluis en de gevreesde kleerluis) en de bekende bladluizen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie