Nederlands

 
Steunberen bij een begraafplaatsmuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • steun·beer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steunbeer steunberen
verkleinwoord steunbeertje steunbeertjes

Zelfstandig naamwoord

de steunbeerm

  1. (bouwkunde) een massieve plaatselijke verzwaring van het muurwerk om dit te versterken en de zijdelingse druk of spatkrachten van de op de muur rustende gewelven, luchtbogen of kappen op te vangen en naar de fundering af te voeren
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen