sterspeler

Nederlands

Lieke Martens sterspeler van het Nederlandse voetbalteam

Uitspraak

• Geluid:  sterspeler    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ster·spe·ler

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ster zn  en  speler zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sterspeler	sterspelers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sterspeler m

1. (sport) een heel belangrijke en goede speler in een team

   • Sterspeler Kyrie Irving was goed voor 27 punten, zeven meer dan Jayson Tatum. Voor de thuisploeg kwam de Serviër Nikola Jokic tot 24 punten en 11 rebounds. Miami Heat, vierde in de stand, behaalde een 95-88-zege op Dallas Mavericks. 
   • Ronaldo bekeek daarna de schade door de telefoon van de verzorger op selfie-modus te zetten. Het was duidelijk dat de sterspeler niet blij was met wat hij zag. 

Synoniemen

• topspeler, uitblinker, vedette

Gangbaarheid

• Het woord sterspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sterspeler" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.