• stem·vee
enkelvoud meervoud
naamwoord stemvee -
verkleinwoord - -

het stemveeo

  1. (politiek) (pejoratief) kiezers die in de visie van de waarnemer zich door gewetenloze politici in hun stemgedrag laten beïnvloeden
75 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[3]