stemgerechtigd
- stem·ge·rech·tigd
- samenstelling van stem zn en gerechtigd bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | stemgerechtigd |
verbogen | stemgerechtigde |
partitief | stemgerechtigds |
stemgerechtigd [1]
- van een persoon dat deze het recht heeft om zijn voorkeur aan te geven bij een verkiezing
1. het recht hebben om te stemmen in een verkiezing
- Het woord stemgerechtigd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stemgerechtigd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Golding, WilliamDe heer der vliegen vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema [2011] ISBN 978-90-5965-388-7 pagina 232
- ↑ Tubantia Minne Groenstege 15-NOVEMBER-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be