steltloper
- Geluid: steltloper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɛltlopər / (3 lettergrepen)
- stelt·lo·per
- Naamwoord van handeling van steltlopen ww met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steltloper | steltlopers |
verkleinwoord | steltlopertje | steltlopertjes |
de steltloper m
- iemand die op stelten loopt
- In het circus zijn vaak wel steltlopers te vinden.
- (dierkunde) waadvogel met lange poten
- Een kluut en een grutto zijn steltloper.
- mannelijke vorm van steltloopster
- Het woord steltloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steltloper" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be