steiloor
- steil·oor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steiloor | steiloren |
verkleinwoord |
- dier met rechtopstaande oren
- (figuurlijk) koppig, eigenwijs persoon
- Het woord steiloor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steiloor" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ steiloor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be