stationsrestauratie

 
Stationsrestauratie Deventer
  • sta·ti·ons·res·tau·ra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord stationsrestauratie stationsrestauraties
verkleinwoord

de stationsrestauratiev

  1. drink- en eetgelegenheid op of bij een station
    • Dáár, op de monitor: een jongen en een meisje lopen hand in hand de stationsrestauratie binnen. Ze schudt het zand uit haar sokken. [2] 
    • Toen ze de grote hal binnenliep, kondigde een slecht verstaanbare vrouwenstem het vertrek van de sneltrein naar Toulouse aan. De stationsrestauratie bevond zich links van de hoofdingang. Sabine zat op het door een scherm aan het zicht onttrokken verhoogde gedeelte een broodje te eten. [3] 
    • Het spreekt vanzelf dat het vervolgens nog veel meer mis gaat. Niet lang daarna mist Mihly na een koffiepauze in de stationsrestauratie onbewust-bewust de trein waarin Erzsi op hem zit te wachten. Hij doet geen poging haar in te halen.[4] 
    • 'Spoorveiligheid'is het thema van de bijeenkomst, die woensdag 1 november wordt gehouden in de stationsrestauratie van Oldenzaal. Aanwonenden van het spoor en overige belangstellenden worden geïnformeerd over de risico's en de werkwijze van de hulpdiensten.[5] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Mettes, Jeroen
    N30+ [2011] ISBN 978-90-284-2421-0 pagina 22
  3. Berg, Michael
    Een echte vrouw [2010] ISBN 978-90-443-2721-2 pagina 153
  4. de Standaard 24 FEBRUARI 2005
  5. Tubantia 01-november-2017