Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • staats·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord staatsmacht staatsmachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de staatsmachtv / m

  1. de macht die een staat kan uitoefenen over zijn staatsvolk en zijn staatsgebied
     Maar uit de klauwen van de oude, omvergeworpen staatsmacht is hij in de nog wurgender greep van een nieuwe, revolutionaire superstaat beland.[2]
     In China is het strafproces begonnen tegen een vooraanstaande mensenrechtenadvocaat. Wang Quanzhang (42) verdween spoorloos in de zomer van 2015. Ook zijn vrouw kon geen contact meer met hem krijgen. Al snel bleek dat Wang was aangehouden op verdenking van het ondermijnen van de staatsmacht.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron “Chinese mensenrechtenadvocaat na 3,5 jaar in afzondering voor de rechter” (26-12-2018), NOS