sproeikop
- sproei·kop
- samenstelling van sproeien ww en kop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sproeikop | sproeikoppen |
verkleinwoord | sproeikopje | sproeikopjes |
de sproeikop m
- uiteinde van een waterleiding waarmee men water in fijne druppeltjes ergens op kan spuiten
- ▸ Behalve Tjagoenova zat een paar wagons verderop, dichter bij de locomotief, een andere kennis van Pritoeljev in de trein die daar God mocht weten hoe was beland: een witharige, magere meid genaamd Ogryzkova of 'Neusgat'en `Sproeikop', zoals enkele van de beledigende bijnamen luidden waarmee Tjagoenova haar had bedeeld.[1]
- ▸ Sainsbury viel donderdag met zijn knie op een uitstekende sproeikop. De Australiër is naar verwachting drie tot vier weken uit de roulatie.[2]
1. uiteinde van een waterleiding waarmee men water in fijne druppeltjes ergens op kan spuiten
- Het woord sproeikop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Sainsbury (PEC) breekt knieschijf” (07-02-2014), NOS