• spook·kreeft·jes
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord spookkreeftjes

de spookkreeftjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spookkreeftje
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) een familie Caprellidae   van kreeftachtigen binnen de orde Amphipoda  . Deze dieren hebben een dun lichaam met een lang borststuk en een kort achterlijf. Deze dieren houden zich vast aan zeewier en grijpen langsdrijvend voedsel
      Boormossels bijvoorbeeld, de fraaiste en meest exotische schelpen die je op onze stranden kunt vinden. In de door hen geboorde gaten kom je dan ook beesten tegen als de wonderlijke spookkreeftjes, krabbekinderen en ga zo maart door.[1]


  1.   Weblink bron
    Jap van Gelderen
    Jacht op de witte sluipvreter in: Algemeen Dagblad  , jrg. 30 nr. 270 (13 maart 1976), Stichting Algemeen Dagblad, Rotterdam, p. 2 kol. 1