Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • te·ring·lij·der·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord teringlijdertje teringlijdertjes

Zelfstandig naamwoord

het teringlijdertjeo dim. tant.

  1. (kreeftachtigen) Phtisica marina   een vlokreeftensoort uit de familie van de spookkreeftjes (Caprellidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1769 voor het eerst geldig gepubliceerd door Martinus Slabber  
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie