spiegelei
- spie·gel·ei
- In de betekenis van ‘gebakken ei met heel gebleven dooier’ voor het eerst aangetroffen in 1701 [1]
- samenstelling van spiegel en ei [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spiegelei | spiegeleieren |
verkleinwoord | spiegeleitje | spiegeleitjes |
- (voeding) gebakken ei met hele dooier
- (geschiedenis) stok met ronde schijf gebruikt door klaarovers en hoofdconducteurs
1. gebakken ei met hele dooier
- Het woord spiegelei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spiegelei" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "spiegelei" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ spiegelei op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be