IPA: /ˈspɛkˌvɛt/

  • spek·vet
enkelvoud meervoud
naamwoord spekvet
verkleinwoord

het spekveto [1]

  1. het vet dat verkregen wordt door het uitbakken van spek
    • Dus bakte ik een pakje vet spek uit en strooiden we kaantjes over de soep. Meng ze er vooral niet doorheen, dan verliezen ze hun smaak en knapperigheid. Eet er brood met stroopjesvet bij. Of bak de volgende dag nasi goreng in het spekvet[2] 
    • Bak de spekjes uit in een droge koekenpan voor circa vijf minuten tot ze knapperig zijn. Mix het spekvet later door de soep. [3] 
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad 29-10-2010 29-10-2010
  3. Tubantia Estée Strooker 08-01-18 Knolselderij-venkel soep met spekjes
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be