• speet
vervoeging van
spijten

speet

  1. onpersoonlijke verleden tijd van spijten
vervoeging van
speten

speet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van speten
  2. gebiedende wijs van speten
enkelvoud meervoud
naamwoord speet speten
verkleinwoord speetje speetjes

de speetv / m

  1. stokje of pen waaraan men vis zoals bokking of paling kan rijgen
86 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[3]