speekselklier
- speek·sel·klier
- samenstelling van speeksel en klier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speekselklier | speekselklieren |
verkleinwoord | speekselkliertje | speekselkliertjes |
- (anatomie) een klier die speeksel produceert en naar de mondholte afscheidt
1. een klier die speeksel produceert en naar de mondholte afscheidt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord speekselklier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.