Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·cu·lant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speculant speculanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de speculantm

  1. (economie) iemand die bij het kopen of verkopen op korte termijn veel winst verwacht te maken door prijsstijging of prijsdaling
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen