• IPA: /sɔʊ̯stava/
  • sou·sta·va
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord stav met het voorvoegsel sou- en met het achtervoegsel -a

soustava v

  1. systeem, stelsel
    «Soustava zažívací jest u všech hvězdovců dobře vyvinuta.»
    Het spijsverteringsstelsel is bij alle zeesterren goed ontwikkeld.