enkelvoud meervoud
sot sots

sot

  1. (persoon) dronkaard
  2. (persoon) (verouderd)  dwaas zn ,  zot zn 
vervoeging
onbepaalde wijs to  sot 
he/she/it  sots 
verleden tijd  sotted 
voltooid
deelwoord
 sotted 
onvoltooid
deelwoord
 sotting 
gebiedende wijs  sot 

sot

  1. onovergankelijk zuipen
60 % van de Amerikanen;
36 % van de Britten.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


  enkelvoud meervoud
  mannelijk   sot sots
  vrouwelijk   sotte sottes

sot

  1.  zot bn ,  dwaas bn ,
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  sot     le sot     sots     les sots  

sot m

  1. (persoon)  zot zn ,  dwaas zn ,