solipsisme
- Geluid: solipsisme (hulp, bestand)
- so·lip·sis·me
- In de betekenis van ‘een filosofische leer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
- afgeleid van het Latijnse solus 'alleen' en ipse 'zelf' met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | solipsisme | - |
verkleinwoord | - | - |
- (filosofie) filosofische leer die ervan uitgaat dat er maar één enkel bewustzijn bestaat, nl. dat van de waarnemer
- Wittgenstein schreef in zijn Tractatus dat het solipsisme helemaal juist is, je kunt het alleen niet zeggen.[4]
1.
- Het woord solipsisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "solipsisme" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "solipsisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ solipsisme op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ faidros.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
solipsisme m