snyter
- sny·ter
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord snyte met het achtervoegsel -er
Naar frequentie | 16178 |
---|
snyter
- tegenwoordige tijd van snyte
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | snyter | snyteren | snytere | snyterene |
genitief | snyters | snyterens | snyteres | snyterenes |
snyter, m
- bedrieger, fraudeur, misleider, oplichter (mannelijke vorm)
- bedriegster, fraudeuse, misleidster, oplichtster (vrouwelijke vorm)
- sny·ter
snyter
- tegenwoordige tijd van snyta
snyter
- tegenwoordige tijd van snyte
snyter, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van snyte