snyta

  1. alleen in de uitdrukking snyta full: helemaal, totaal, volledig
  • snyta full (ook: drivende full)
helemaal dronken
  • sny·ta

snyta

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast snyte, zie aldaar

snyta,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van snyt


  • sny·ta

snyta

  1. alleen in de uitdrukking snyta full: helemaal, totaal, volledig
  • snyta full (ook: drivende full)
helemaal dronken

snyta

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast snyte, zie aldaar

snyta,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van snyt

snyta, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van snyte