smeerpoets
- Geluid: smeerpoets (hulp, bestand)
- IPA: /'smɪːrputs/
- smeer·poets
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smeerpoets | smeerpoetsen |
verkleinwoord | smeerpoetsje | smeerpoetsjes |
- onhygiënisch, vies persoon
- Het woord smeerpoets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smeerpoets" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ smeerpoets op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be