• on·hy·gi·e·nisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onhygiënisch onhygiënischer
verbogen onhygiënische onhygiënischere
partitief onhygiënisch onhygiënischers -

onhygiënisch

  1. vies en smerig
    • In deze onhygiënische operatiekamer mag niet meer geopereerd worden. 
    • De bestseller stond aan de basis van de eenkindpolitiek in China, met haar miljoenen gedwongen abortussen, en aan het beleid van verplichte sterilisatie dat India in de jaren zeventig invoerde, waarbij vanwege onhygiënische toestanden duizenden vrouwen het leven lieten. [1] 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be