vuilak
- vui·lak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuilak | vuilakken |
verkleinwoord | vuilakje | vuilakjes |
de vuilak m
- (informeel) iemand die onhygiënisch vies is
- (scheldwoord) iemand die gemene streken uithaalt
- Het woord vuilak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vuilak" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "vuilak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vuilak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be