smakelijk
- sma·ke·lijk
- Naamwoord van handeling van smaken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | smakelijk | smakelijker | smakelijkst |
verbogen | smakelijke | smakelijkere | smakelijkste |
partitief | smakelijks | smakelijkers | - |
smakelijk
- goed van smaak zijnd of van een goede smaak genietend
- Zij genoten van een smakelijke maaltijd.
1. goed van smaak zijnd of van een goede smaak genietend
smakelijk
- op smakelijke wijze
- Eet smakelijk!
- Het woord smakelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smakelijk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be