• sluis·hoofd
enkelvoud meervoud
naamwoord sluishoofd sluishoofden
verkleinwoord sluishoofdje sluishoofdjes

het sluishoofdo

  1. (scheepvaart) de constructie aan het begin en het einde van een schutsluis en bevat de sluisdeuren.
    • Het sluishoofd werd na de doorvaart van het schip gesloten.