slijpschijf
  • slijp·schijf
enkelvoud meervoud
naamwoord slijpschijf slijpschijven
verkleinwoord slijpschijfje slijpschijfjes

de slijpschijfv / m

  1. het vervangbare deel van een haakse slijper, deze dient voor het slijpen of doorsnijden van metalen en steenachtige materialen
    • Donderdag gebruikte vier gedetineerden een slijpschijf en een hamer uit de werkruimte van de Plötzensee-gevangenis om door een ventilatieschacht te komen. Daarna kropen ze onder de omheining.[2] 
    • Ik stap elke dag iets meer dan een kilometer van mijn tijdelijke verblijfplaats naar ons kantoor. Daarbij passeer ik ontelbare bouwwerven. Er wordt hier overal gebouwd. Elke klein perceeltje wordt volgebouwd. Aan de kust rijst het ene hoge hotel naast het andere op. De bouwsector doet het hier duidelijk erg goed. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat hoor je betonmolens, slijpschijven en drilboren.[3] 
89 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]