slijmvissen
- Geluid: slijmvissen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- slijm·vis·sen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slijmvissen | |
verkleinwoord |
de slijmvissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord slijmvis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Labrisomidae van baarsachtige vissen. Ze worden voornamelijk aangetroffen in tropische gebieden in de Atlantische Oceaan en Grote Oceaan en de familie omvat ongeveer 98 soorten in 14 geslachten
- [2] slijmvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- beschubde slijmvissen, drievinslijmvissen, naakte slijmvissen, snoekslijmvissen
- gehoornde slijmvis, gewone slijmvis, midaskamtandslijmvis, nalolokamtandslijmvis, tweekleurenkamtandslijmvis, zwartbandslijmvis
- Het woord 'slijmvissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.