slangenkruid
- Geluid: slangenkruid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslɑŋə(n)ˌkrœyt / (3 lettergrepen)
- slan·gen·kruid
- samenstelling van slang zn en kruid met het invoegsel -en- , omdat de bloem met daarin een gespleten stamper aan een slangenbek met gespleten tong doet denken [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slangenkruid | - |
verkleinwoord | - | - |
het slangenkruid o
- (bloemplanten) bepaald soort een-, twee- of meerjarige plant, Echium vulgare uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae ), die in de duinen en op hoge zandgrond groeit
- (kruid) (groente) (medisch) jonge bladeren van Echium vulgare
- slangekruid (officiële spelling tot 2006)
- slangenkruidbij, slangenkruidbladroller, slangenkruidblindwants, slangenkruidbodemwants, slangenkruidboktor, slangenkruidnetwants
1. bepaald soort een-, twee- of meerjarige plant, Echium vulgare
- Het woord slangenkruid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] slangenkruid in het Nederlands Soortenregister N
- [1] slangenkruid op Wikidata
- [1] slangenkruid op "Wilde planten in Nederland en België" ♣