slakkendoders
- (IPA in voorbereiding)
- slak·ken·do·ders
- samenstelling van slak zn en doders zn met het invoegsel -en-
- slakkendoder zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slakkendoders | |
verkleinwoord |
de slakkendoders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord slakkendoder
- meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Sciomyzidae een familie uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera), onderorde vliegen (Brachycera). Ze komen wereldwijd voor. In Australazië en Oceanië zijn ze het minst verbreid. De familie omvat zo'n 60 geslachten en 600 soorten, waarvan er 58 in Nederland voorkomen
- [2] bonte slakkendoder, bruine langsprietslakvlieg, bruinrugzigzag, droge breedkopslakvlieg, dubbelborstelrietslakvlieg, gele tantesidonia, gevlekt borsthaartje, gewone oeverslakvlieg, gewone rietslakvlieg, gewone streepslakvlieg, grijsrugzigzag, rooddijtantesidonia, rouwslakkendoder, stompsprietslakvlieg, zwart borsthaartje, zwarte langsprietslakvlieg, zwartsprietborsthaartje
- Het woord 'slakkendoders' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.