Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • slaap·muts·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het slaapmutsjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapmuts
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord slaapmutsje slaapmutsjes

Zelfstandig naamwoord

het slaapmutsjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) Eschscholzia californica   een kruidachtige plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae  ) die van nature voorkomt in de westelijke Verenigde Staten en het westen van Mexico
  2. (drinken) borrel die men 's avonds voor het slapen gaan neemt
Synoniemen
Hyperoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een slaapmutsje nemen
een borreltje nemen voor het slapen gaan

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen