• avonds

avonds

  1. genitief van avond
    • Zooals de maaiers 's avonds huiswaarts gaan,
      verzadigd krachtig, in het hoog gezag
      des avonds met in 't oog vierkant de dag
      van licht, waardoor zij zwaaiend zijn gegaan.

      Zoo ga ik ook...[1]
       
  1. Sonnet van Herman Gorter