• si·luur
  • via Engels Silurian van Latijn Silures, een Keltisch volk dat in Wales leefde in het gebied waar later de eerste kenmerkende vondsten voor deze periode werden gedaan; naam voorgesteld in 1835 door de Schotse geoloog Murchison[1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord siluur siluren
verkleinwoord - -

het siluuro

  1. (geologie) geologisch tijdperk waarin dieren met longen ontstonden, derde periode van het era paleozoïcum, van 444 tot 419 miljoen jaar geleden
  • Vóór 2006 was de spelling Siluur . In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
19 % van de Nederlanders;
25 % van de Vlamingen.[3]