sierlijkheid
- sier·lijk·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sierlijkheid | sierlijkheden |
verkleinwoord |
de sierlijkheid v
- de mate waarin iets er mooi of fraai uitziet
- ▸ Soms dansten de beste leerlingen, waarvan Natasja door haar bijzondere sierlijkheid de beste was, zelfs de pas de chede; maar op dit laatste bal werden alleen de écossaise, de anglaise en de mazurka, die net in de mode kwam, gedanst.[2]
- ▸ Spelen, ontwerpen, experimenteren. Voor Laarman is het alles ineen, een dynamiek waarin sierlijkheid samengaat met functionaliteit. Dat is precies de denkwijze van Rietveld en De Stijl-groep, pionierswerk dat bijna een eeuw geleden begon. Laarman reageert gretig bij het noemen van die namen: "Dat is een enorme inspiratiebron. Als Rietveld nu had geleefd had, hij die digitale fabricage fantastisch gevonden."[3]
- iets dat heel mooi of fraai is
1. de mate waarin iets er mooi of fraai uitziet
- Het woord sierlijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028251151
- ↑ Weblink bron “Joris Laarman, digitale ontwerprevolte in Groninger Museum” (21-11-2015), NOS