sidecar
- side·car
- van Engels sidecar, in de betekenis "zijspanwagen" aangetroffen vanaf 1913 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sidecar | sidecars |
verkleinwoord | - | - |
de sidecar m
- (verkeer) aan de zijkant van een motorfiets bevestigde bak op een derde wiel die plaats biedt aan een passagier
- Op die dag, de 23ste mei 1940, kwam er door onze straat een motorfiets met een sidecar gereden. Zowel op de motorfiets als in de sidecar zat een gehelmde Duitse soldaat. [2]
- Buiten, reeds aan den ingang, staan jongens met gegalonneerde petten u reeds op te wachten en in 't voorbijgaan duwen ze u van alle kanten tegelijk allerlei soort reclame in de handen, waarin de wonderdadige eigenschappen van die of die side-car of kleine auto of motor worden meegedeeld. [3]
- Het woord sidecar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sidecar" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ sidecar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Verhulst, A.Zoon van een ‘foute’ Vlaming. 2e druk (2000) Pelckmans, Kapellen; ISBN 90 289 2877 4; p. 32; geraadpleegd 2019-02-09
- ↑ "Automobilisme. De R.A.I. tentoonstelling. IV." in: Algemeen Handelsblad jrg. 86 nr. 27549 (18 december 1913); p. 3 kol. 3; geraadpleegd 2019-02-09
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- side·car
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sidecar | sidecars |
sidecar
- (verkeer) zijspan, zijspanwagen
- (drinken) de name van een cocktail van brandewijn, sinaasappellikeur en citroensap
-
[1]: A motorcycle with sidecar
Een motorfiets met zijspan -
[2]: A sidecar (cocktail)
Een sidecar (cocktail)
- [1]: sidecar passenger