1. Een siamang in een dierentuin.
  • si·a·mang
enkelvoud meervoud
naamwoord siamang siamangs
verkleinwoord - -

de siamangm

  1. (primaten) soort kleine mensaap Symphalangus syndactylus   die voorkomt in Malakka en op Sumatra
    • Het krat bleek zes baby-orang oetans te bevatten, waarvoor een internationaal handelsverbod geldt, en twee siamangs, een zeldzame gibbonsoort. [2]
11 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[3]