Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ser·pen·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen serpentig serpentiger serpentigst
verbogen serpentige serpentigere serpentigste
partitief serpentigs serpentigers -

Bijvoeglijk naamwoord

serpentig

  1. van een vrouw dat ze boosaardig en venijnig is zoals past bij een slang
     In het algemeen blijven de koddige aspecten van de opera in deze versie wat onderbelicht. Maar dat doet niets af aan de smeltende zang van Patrizia Biccerè, die als Poppea beurtelings verleidelijk en serpentig klinkt, of aan het nobele geneuzel van Seneca.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

51 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Frits van der Waa
    “IS MONTEVERDI WEL MONTEVERDI?..” (6 april 2006), de Volkskrant
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be