• se·ro·po·si·tief
stellend
onverbogen seropositief
verbogen seropositieve
partitief seropositiefs

seropositief

  1. (biologie) antistoffen bezittend (meestal tegen het aidsvirus)
    • PrEP is onder meer bedoeld als individuele bescherming voor mensen met een seropositieve partner, maar er lopen ook proeven in Afrika om hiermee verspreiding van hiv onder de bevolking in te dammen.[3] 
  2. (medisch) besmet met het aidsvirus
93 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]