Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·rum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bloedvloeistof met antistoffen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1898 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord serum sera
serums
verkleinwoord serumpje serumpjes

Zelfstandig naamwoord

het serumo

  1. (medisch) de vloeibare stof die overblijft als bloed is gestold en die lijkt op bloedplasma zonder stollingseiwitten (wel met antistoffen)
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen