aidsvirus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aids·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aids zn en virus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aidsvirus | aidsvirussen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het aidsvirus o
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aidsvirus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.