serafijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- se·ra·fijn
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘engel van hoge rang’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm), letterlijk: afleiding van 'saraf/seraf' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | serafijn | serafijnen |
verkleinwoord | serafijntje | serafijntjes |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) bepaalde engel
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord serafijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "serafijn" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "serafijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be