senaat
Niet te verwarren met: Senaat |
- se·naat
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘Eerste Kamer’ voor het eerst aangetroffen in 1858 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | senaat | senaten |
verkleinwoord | - | - |
de senaat m
- (politiek) een raad die gewoonlijk het hoogste lichaam van een volksvertegenwoordiging uitmaakt en wetsontwerpen in laatste instantie beoordeelt
- (geschiedenis) hoogste bestuurslichaam bij de oude Romeinen
- De senaat van Rome verloor zijn gezag grotendeels aan de keizer, maar bleef nog lang bestaan.
- (geschiedenis) de raad van de hoogleraren van een universiteit
- bestuur van een studentencorps
1.
- Het woord senaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "senaat" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "senaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ senaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be